Wie zijn we
Wat doen we
Aanbod
Nieuws

Voor mens en poelkikker

“Mijn inbreng wordt in dit project echt op waarde geschat, dat is best bijzonder. Als ecoloog vanaf de start meedenken over hoe biodiversiteit kan verbeteren, zelfs bij de architect aan tafel zitten, gebeurt niet vaak. Heijmans is wat dat betreft een fijne opdrachtgever.” Nadine Arts loopt handenwrijvend van de kou, maar glunderend over het terrein van De Kleine Aarde in Boxtel, dat inmiddels spectaculair verkleurt van geel, oranje en rood naar diepbruin. De rondscharrelende haan is alleen nog met een geoefend oog te ontdekken.

Hier bouwt Heijmans in opdracht van Woningstichting Joost eind 2020 een houten, regeneratief woongebouw. Doel is de twintig woningen zo veel mogelijk op te laten gaan in de omgeving en ze zo te bouwen dat bestaande planten en dieren er ook een huis vinden. Architect Marlies Zuidam en Heijmans mogen dan heel wat ervaring hebben met natuurinclusief bouwen, daar komt Nadines kennis van pas. Acht jaar geleden is Nadine toegevoegd aan het samenwerkingsverband van partijen die De Kleine Aarde nieuw leven willen inblazen.

“Leuk, want dit is natuurlijk een plekje met een bijzondere geschiedenis”, vindt Nadine. “Decennialang zetten mensen zich hier in voor duurzaamheid en nu nog beschermen tientallen vrijwilligers het ecosysteem dat hier is ontstaan. Een bijzondere opdracht. Hier bouwen én biodiversiteit verbeteren is een uitdaging, hier kun je iets bereiken.”

Nadine kwam na haar studie biologie in Wageningen, veldwerk in het buitenland en andere functies bij overheden en wetenschapsorganisaties, in dienst bij ecologisch adviesbureau Staro. Daar helpt ze al ruim tien jaar bouwers en ontwikkelaars hun projecten in balans met de natuur te realiseren. Dat dit meer bureauwerk vraagt dan buiten rondstruinen, had Nadine niet verwacht toen ze klaar was met haar studie biologie. “Vroeger wilde ik net zo worden als sir David Attenborough of Jacques Cousteau. Het leek me fantastisch om allerlei dieren in het wild te bestuderen. Buiten was ik in mijn element.”

Hoewel het toetsen van projecten aan natuurwet- en regelgeving veel papierwerk is, mag Nadine er nog vaak op uit voor onderzoek. “Eerst zocht ik vooral ’s nachts vleermuisverblijfplaatsen, maar het is leuker om plekken als deze in kaart te brengen.”

Haar quickscan uit 2010 van De Kleine Aarde was een eerste oriëntatie op de aanwezige flora en fauna en wat er mógelijk aanwezig is. “Op dit kleine stukje grond leven veel alpenwatersalamanders, poelkikkers en een heleboel vogels; van houtduiven en eksters tot merels en roodborstjes. Aan een pootafdruk leidde ik af dat hier ook een wezel huist. De Kleine Aarde is een kleinschalig landschap met veel verschillende habitats.”

Zo’n soortenonderzoek is erg belangrijk voor Heijmans. Iedereen die plannen heeft om een gebouw te ontwikkelen, of dat nu in het buitengebied is of midden in de stad, moet verplicht onderzoeken of er geen natuurwetten worden overtreden. Dat betekent aantonen welke beschermde dier- en plantensoorten en beschermde gebieden er zijn op de plek waar je wilt bouwen. Als daar een goed beeld van is, adviseert Nadine de bouwer welke maatregelen nodig zijn en hoe je volgens een door de RVO goedgekeurde gedragscode kunt werken.


Zijn de bouwactiviteiten bijvoorbeeld schadelijk voor de natuur, of zijn er compenserende maatregelen te verzinnen? Hoe richt je het terrein zo in dat bestaande diersoorten er vinden wat ze nodig hebben? Nadine helpt bij deze afwegingen en vraagt vervolgens eventueel benodigde ontheffingen aan. Heijmans heeft voor De Kleine Aarde een ontheffing verkregen van de Provincie Noord-Brabant.

Waarom? Een voorwaarde om te bouwen op De Kleine Aarde is het compenseren van huisvesting voor diersoorten die hun habitat kwijtraken. Nadine: “Zeg maar vervangende woonruimte voor dieren of planten. Dit poeltje mag Heijmans bijvoorbeeld alleen dempen als ze een nieuwe maken voor de alpenwatersalamanders.”

Die ligt verderop, wijst Nadine. “Vrijwilligers zorgden ervoor dat er dezelfde planten staan als bij hun eerste behuizing.” Of de alpenwatersalamanders gemakkelijk hun nieuwe onderkomen kunnen vinden? “Jahoor, daar wandelen ze zo naartoe. Waar hun poeltje precies is maakt ze niet uit. Het is niet zo’n kritische soort.”

Wel belangrijk zijn de weelderige braamstruiken aan de rand van het terrein. “Struweel en slootjes zijn voor dieren de stapsteen naar een ander leefgebied, verbindingen die ze nodig hebben. Het risico van onze steden verdichten is dat we sloten dempen en dat die groene structuren verdwijnen, daar moet je dus goed op letten. Het mooie is dat De Kleine Aarde juist allerlei verbindingen heeft met het achterland, onder andere via de watergangen die uitkomen in de Dommel.”

Nadine’s hart ligt bij de natuur. En daarom baart het haar wel eens zorgen, de roep om ‘minder natuurgebieden’ van bepaalde partijen uit Den Haag. “Er is natuurlijk een spanningsveld tussen het financiële plaatje en de wens natuur te behouden of verbeteren. Natuur heeft geen harde economische waarde. Helaas zie ik wel eens dat projecten koste wat kost moeten doorgaan, terwijl natuur verloren gaat. Terwijl als je samen werkt, en natuur vanaf het begin meeneemt in de plannen, beide kanten in balans kunnen zijn.”

Maar Nadine ziet tegelijkertijd ook een andere tendens: architecten ontwerpen steeds vaker gebouwen die zowel mensen als planten en dieren kunnen huisvesten. “Door bruine of groene daken vinden planten en beesten ook een plek in de stad. Bovendien maken ze een stad koeler in de zomer. Gelukkig is Heijmans daar allang van op de hoogte en maken ze zich daar hard voor. Je had het hier helemaal vol kunnen zetten met woningen, maar Heijmans bebouwt slechts een klein stukje. Zo blijft De Kleine Aarde ook behouden voor de toekomst!”