Wie zijn we
Wat doen we
Aanbod
Nieuws

Zorg voor mensen en planten in de voedseltuin

Een vrijhaven op historische grond: dat is de Voedseltuin in Boxtel. Door eigenwijze initiatiefnemers is een plek gemaakt die de principes van De Kleine Aarde in ere houdt en waar zorg en aandacht is voor mensen en planten die net buiten de bestaande systemen vallen. Tuinleider Maria van den Hoogen laat zien hoe tussen de andijvie en de wortelen ook andere dingen opbloeien.


Het is ‘groeizaam weer’, glunderen Maria van den Hoogen en Michel der Kinderen. Niet te heet, niet te koud, vannacht heeft het geregend en de zon schijnt. Op de Voedseltuin in Boxtel druppelen de vrijwilligers ’s ochtends binnen bij de ‘Pipowagen’. Intussen snijdt tuinleider Maria een tweede appeltaart aan. Ze heeft er net een uitgedeeld aan de Heijmans-medewerkers verderop. “Ze hebben ons vorige week zo goed geholpen met een verwilderd stuk grond leeg en vlak te maken, voor onze composthoop! Met zo’n machine is dat in vijf minuten gebeurd. Dat kost ons zeker een dag.”

Nieuw leven
In de begin jaren van De Kleine Aarde startte men met het pionieren van o.a. biologische landbouw en duurzame energie. “Zij legden de basis voor wat wij nu doen”, vertelt Maria. “Zo bouwden zij een gesloten waterhuishouding dat regen- en grondwater zo optimaal mogelijk benut. Daar hebben we nu nog plezier van. Tijdens de hittegolf vorig jaar viel onze pomp niet droog.”

Dat de Voedseltuin twee jaar geleden hier neerstreek, is te danken aan ’t Collectief. Dit samenwerkingsverband van onderwijsorganisaties, bedrijven en de gemeente, dat van 2017 tot 2020 actief was op De Kleine Aarde, bood initiatiefnemer Theodoor van Leeuwen ruimte aan. Gemeentelijke steun volgde en het plan om hier vrijwilligers groenten te laten verbouwen voor de regionale voedselbanken werd werkelijkheid. Nu levert deze grond prei, andijvie, uien, sla, courgettes en bonen, die vijf keer in de week worden verdeeld onder 220 voedselbankklanten in de regio.
De taart is op en we lopen een rondje. Intussen strooit Maria met groene wetenswaardigheden. Die omgekeerde bloempotjes op het hek? Schuilplaatsen voor oorwurmen. “Nachtdieren, die bieden we duisternis. Ze eten luizen, dus maken we het ze graag gemakkelijk.” Luizen worden ecologisch ‘bestreden’. “Je wrijft wat luizen fijn tussen je vingers bovenaan de plant. Het sap werkt afschrikwekkend op de rest.”
Bij de pompoenakker wijst ze op de enorme bladeren, die zonlicht tegenhouden en het onkruid lastig maken. En dat volgens de oude Azteken pompoenen, mais en bonen elkaar beter doen groeien: zij noemden dat 'de Drie Zusters'.

Het pompoenenstraatje leidt ons naar het ‘experimentenhoekje’, waar onderzoeker Paul à Campo bezig is met zijn Stevia-plantjes. Stevia groeit in de subtropen en is daar een leverancier van natuurlijke zoetstof, zonder calorieën. Of de plant onze winters overleeft, wordt in Boxtel getest.
“Naast gewone teelt bieden we ruimte voor experiment, geheel in de traditie van deze plek”, lacht Maria. Ze legt uit dat deze plek nog veel werk nodig heeft: compost en aarde om de grond te verbeteren en houtwallen tegen de wind. “Zo bouwen we stapje voor stapje aan een steeds betere tuin. Gelukkig duikt de brandnetel hier op: die geeft aan dat hier vruchtbare grond is gevormd!”

Deel overdaad
Uitbundige kleuren en geuren omringen ons als we de insectentuin instappen: het werk van de twee imkers Martien Tholen en Eric van Oijen. “Zij zijn behalve bijen-experts onze ‘tuinraders’, zeg maar senior adviseurs”, licht Maria toe. “Van hen heb ik veel geleerd over permacultuur. Zorg voor mensen en de aarde en deel overdaad.”

Rechte pad
Mensen? De sociale kant van de Voedseltuin is een minder bekend verhaal, weet Maria. “Jammer, want naast groenten kweken we hier vooral mooie ervaringen met ménsen. Daarom doe ik dit; ik houd meer van mensen dan van groenten.” Rond de harde kern van 25 vrijwilligers werken op de Voedseltuin twintig mensen op onregelmatige basis, die om allerlei redenen geen ‘doorsnee baan’ hebben of tijd en aandacht behoeven.
Maria wijst op de bordjes bij de pompoenakker, aangelegd door reclasseringscliënten. “Omdat ze gele hesjes droegen, noemden wij dit ‘het gele pad’. De mannen zelf zeiden: ‘Het rechte pad’.”

Verhalen
Oprichter Theodoor wipt langs met een potentiële nieuwe vrijwilliger en benadrukt nog even de maatschappelijke waarde van zijn initiatief. “We zijn heel blij als iemand na vrijwilliger te zijn geweest op de tuin, weer een nieuwe baan aankan. Dat is de kroon op ons werk. Neem zo iemand, die nog kwetsbaar is, dan niet meteen z’n uitkering af.” Het steekt hem wel eens dat er zo weinig ambtenaren van Sociale Zaken komen kijken op de tuin. Hij rijdt dan ook stante pede naar het gemeentehuis als hij hoort dat zijn vrijwilligers onrecht worden aangedaan. “De Voedseltuin is gedragen door de gemeenschap en is bedoeld vóór de gemeenschap. Leer daarvan!”

Terug bij de Pipowagen onthult Maria: “We gebruiken verhalen om mensen aan deze plek, maar vooral aan elkaar te binden. Je gaat altijd met z’n tweetjes de tuin in, om elkaar je verhalen te vertellen. Dát maakt mensen gelukkig. Mensen die weer opbloeien, daar doe ik dit voor. En voor de prachtige plek natuurlijk.”